Piraten en Kooplui, 9 november 2018
Geplaatst: zondag 6 januari 2019, 23:09
« Mon dieu! C’est une catastrophe! » a exclamé le Grand-Amiral de France. « Et c’est passé… quand ? »
« Il y a deux mois» disait le Capitaine au voix monotone. « Je suis désolé, mais votre Excellence peut être assuré que……. »
« Merde ! La femme hollandaise, elle est vraiment une ennemie de l’ état! »
Tja, ook het nieuws moest in vroeger eeuwen lange en gevaarlijke reizen maken, dus het schokkende feit dat niet de trots van Frankrijks koopvaart, maar een ellendig piratensloepje uit een miezerig en guur oord ergens ten noorden van het Rijk van de Zonnekoning er in de Caribische Zee met de hoofdprijs vandoor was gegaan, was niet onmiddellijk doorgedrongen. Maar dat veranderde niets aan de kille werkelijkheid: twee maanden geleden hadden we Piraten en Kooplui gespeeld en dat hadden de Fransen bijna gewonnen. Bijna.
Want Thekkur Roodbaard, deze keer opvallend genoeg in de enigszins charmante gedaante van de oer-Hollandse piraat Meike Beerens, was als enige afgeweken van het streven van iedere normale kapitein: een groter en sterker schip met meer ruimte, meer volk en meer kanonnen. Bovendien had hij in plaats van door respectabele handel, zijn dubloenen vooral door brute overvallen veroverd. En ze daarna ook niet op een scheepswerf terug laten vloeien in de economie, zoals het hoort, maar ze ergens op een zanderig eiland weggestopt in een diep begraven kist. Zo komt de wereld niet vooruit natuurlijk! Maar hij scoorde er intussen wel 10 punten mee.
Nee, dan de keurige Brit Arumin en de ontspannen Fransman Fandath. Met degelijk en profijtelijk handelsspel brachten ze overal vrede en voorspoed. Door en door fatsoenlijke lieden, alom geliefd bij de bevolking en de verschaffers van eerlijke werkgelegenheid die gezinnen en gemeenschappen in staat stelde om een goed bestaan op te bouwen. Zes punten voor ieder, waarbij Fandath net één beweging te kort kwam om ook zijn goud veilig binnen te brengen en het puntenaantal van Thekkur te evenaren. Achteraf bezien had het ook nog gekund door op het laatste moment voor de piraterij te kiezen, maar dat was na een zo respectabele loopbaan natuurlijk geen optie.
En ach, Vincere… tja, zijn Spaanse kapitein wilde ook zo graag piraat worden. Maar helaas ontbrak hem ieder geluk, en na niet al te lange tijd werd hij op een onbewoond eiland achtergelaten met wat magere handelsgoederen als pensioenvoorziening. Een opvolger wist nog een puntje bij elkaar te scharrelen, maar dat was het dan wel.
Aldus gegeven in het jaar Onzes Heeren twee duizend en negentien, op den zesden dag van Januari, te Scyedam.
« Il y a deux mois» disait le Capitaine au voix monotone. « Je suis désolé, mais votre Excellence peut être assuré que……. »
« Merde ! La femme hollandaise, elle est vraiment une ennemie de l’ état! »
Tja, ook het nieuws moest in vroeger eeuwen lange en gevaarlijke reizen maken, dus het schokkende feit dat niet de trots van Frankrijks koopvaart, maar een ellendig piratensloepje uit een miezerig en guur oord ergens ten noorden van het Rijk van de Zonnekoning er in de Caribische Zee met de hoofdprijs vandoor was gegaan, was niet onmiddellijk doorgedrongen. Maar dat veranderde niets aan de kille werkelijkheid: twee maanden geleden hadden we Piraten en Kooplui gespeeld en dat hadden de Fransen bijna gewonnen. Bijna.
Want Thekkur Roodbaard, deze keer opvallend genoeg in de enigszins charmante gedaante van de oer-Hollandse piraat Meike Beerens, was als enige afgeweken van het streven van iedere normale kapitein: een groter en sterker schip met meer ruimte, meer volk en meer kanonnen. Bovendien had hij in plaats van door respectabele handel, zijn dubloenen vooral door brute overvallen veroverd. En ze daarna ook niet op een scheepswerf terug laten vloeien in de economie, zoals het hoort, maar ze ergens op een zanderig eiland weggestopt in een diep begraven kist. Zo komt de wereld niet vooruit natuurlijk! Maar hij scoorde er intussen wel 10 punten mee.
Nee, dan de keurige Brit Arumin en de ontspannen Fransman Fandath. Met degelijk en profijtelijk handelsspel brachten ze overal vrede en voorspoed. Door en door fatsoenlijke lieden, alom geliefd bij de bevolking en de verschaffers van eerlijke werkgelegenheid die gezinnen en gemeenschappen in staat stelde om een goed bestaan op te bouwen. Zes punten voor ieder, waarbij Fandath net één beweging te kort kwam om ook zijn goud veilig binnen te brengen en het puntenaantal van Thekkur te evenaren. Achteraf bezien had het ook nog gekund door op het laatste moment voor de piraterij te kiezen, maar dat was na een zo respectabele loopbaan natuurlijk geen optie.
En ach, Vincere… tja, zijn Spaanse kapitein wilde ook zo graag piraat worden. Maar helaas ontbrak hem ieder geluk, en na niet al te lange tijd werd hij op een onbewoond eiland achtergelaten met wat magere handelsgoederen als pensioenvoorziening. Een opvolger wist nog een puntje bij elkaar te scharrelen, maar dat was het dan wel.
Aldus gegeven in het jaar Onzes Heeren twee duizend en negentien, op den zesden dag van Januari, te Scyedam.